Toen de Pinksterdag aanbrak waren ze allen bij elkaar... en er verschenen op hen tongen als van vuur.
De mensenmenigte is uitgebeeld door de rode besjes. De 12 apostelen door de margrietjes en daarbij 12 vlammetjes van rode klaver.
Dat de Geest ook op ons komt vanuit de Hemel is te zien in de kronkelende bamboe.

Jezus beklom met de apostelen een berg, daar zegende hij hen. ‘Zie ik ben met u, al de dagen, tot de voleinding van de wereld.’ Jezus onttrekt zich aan de ogen van de apostelen. Jezus is niet meer daar waar we Hem willen zien.

Een witte roos omgeven door fluitenkruid. Daaronder de apostelen, bloemen met een open hart naar de hemel, als beeld voor het openstaan voor de komst van de Geest.

Het graf is leeg,
De steen is weggerold...
En ze zagen de doeken opgerold liggen...
De druiven verwijzen naar het Avondmaal:
"We zien uit met groot verlangen naar Zijn verschijning, naar de bruiloft van het Lam, als Hij de wijn met ons nieuw zal drinken "
Wát een dag zal dát zijn!

Op het hout zijn 3 kruizen aan gebracht.
Om het hout heen een rood kleed als symbool voor Christus lijden.
De haan heeft gekraaid...
Het is donker op Golgotha...
Maar het mag ook weer licht worden!
In de opening van het hout is een steen gelegd naar aanleiding van de podcast: We mogen onze last van de zonde bij het kruis brengen.