Er branden twee kaarsen. In Jesaja 35:3 en 4 staat (samengevat) "Wees sterk, houd moed, geef niet op. God komt jullie bevrijden." Naar aanleiding daarvan is het stuk uitgebreid met touw en een hart met bemoedigend spreuk: "Een hart onder de riem."

Vandaag, de eerste advent zondag, de eerste kaars wordt aangestoken.

Na aanleiding van Jesaja 35 en het oude lied "de dorre vlakte der woestijnen"

De kleuren en de basis van het stuk zijn sober, we werken toe naar kerst.

Paars, de kleur van ootmoed en verwachting.
Jute, geeft het aardse bestaan weer.

Klimop, Gods trouw die blijft, ook in de dorre vlakte van de woestijn dit leven.
Weergegeven door het zand en het dorre hout.

Met het aansteken van de kaarsen herdenken we onze geliefden die gestorven zijn
Er zijn 9 witte rozen voor de 9 overleden broeders en zusters van dit jaar. De 8 gele gerbera’s zijn voor de geboren baby’s. Verder is er klimop als teken van Gods trouw, en de cirkel van oneindigheid. De boomstammen zijn een teken van leven maar omdat deze doormidden zijn ook een teken van het verbroken leven.

We schikken een boeket met verschillende soorten bloemen. Iedere bloem is uniek. Samen vormen zij een prachtig boeket, één geheel.  Zo bestaat de kerk uit verschillende mensen, ook ieder uniek.  Ieder heeft zijn/haar eigen plekje en is op eigen wijze onderdeel van de kerk. Zo mogen we samen kerk zijn.