Liturgische bloemstukken
De oude stronken verbeelden het jaar dat achter ons ligt.
Voor velen een moeilijk jaar,
Maar we moeten de lichtpuntjes niet vergeten:
De gele bloemetjes van de winterjasmijn ertussen.
Aan de andere kant van de boog witte bloemen:
we weten niet wat komt.
Om de boog klimop:
God was erbij en zal er zijn!
We zien een klok die op 5 voor 12 staat met daarachter een spiegel:
we staan op de scheiding van 2020 naar 2021,
we kijken achterom en in vertrouwen vooruit!
In de adventtijd keken we uit naar kerst.
Nu is het kerst en nog steeds kijken we uit, maar nu naar Christus wederkomst.
Hij heeft dat bekend gemaakt.
Dat lezen we in Openbaring 22:16
"Ik heb Mijn engel naar je toe gezonden om deze dingen bekend te maken...
Ik ben de stralende Morgenster"
Het "uitzien naar" wordt weergegeven door het raam, daarachter zien we een ster op het hout, Christus kwam om te sterven aan het hout.
Helaas zien wij nu nog als door een gebroken spiegel (1Cor.13)
In het raam en ook in de spiegel zien we een kruis.
Het oude lied "de dorre vlakte der woestijnen" vers 4 gaat over verdwaalden die bij duizenden zoeken naar een welbereide baan.
Uitgebeeld door het groene doek en de steentjes.
In het lied gaat het over "groene meien" dat zijn groene versieringen.
Zo zijn ze onderweg en mogen de kroon ontvangen.
Er branden drie kaarsen.
Naar aanleiding van het oude lied "de dorre vlakte der woestijnen" zien we nu een uitbreiding van het stuk met een staf die de kreupele niet meer nodig heeft omdat hij van vreugde voor zijn Heer kan springen.
En bloemen die we mogen zien, terwijl we blindgeboren zijn.
Er is stromend levend water uit een zilveren beek.