We zien een zandkleurig kleed, een cactus, droog hout en stenen: de woestijn.

In de hoge kruik staan paarse bloemen tussen aren en andere droge takken: paars is de kleur van bezinning.
De aren verwijzen naar Jezus' verlangen naar brood.
De stenen: de duivel probeerde Jezus te verleiden om van de stenen brood te maken.

Verder zien we een open schaal met kruik: verlangend als naar water in de hitte van de woestijn zo bereiden wij ons, met open handen, voor op Pasen.