Liturgische bloemstukken
Christus' liefde voor ons, uitgebeeld door de rode roos.
Hij stelde het Avondmaal in tot Zijn gedachtenis: Brood (graan) en wijn.
We vieren het totdat Hij komt: de -trompet- lelie verbeeld de bazuin die dan zal klinken.
8 Jongeren zeggen "JA" tegen Gods liefde voor hen.
Daarom 8 rozen in het bloemstuk.
Ze zijn daarmee opgenomen in de gemeente van Christus.
Dit is uitgebeeld door de cirkel van het wiel en de verbinding met de Paaskaars.
Ook vingerplantblad en klimop: als symbool voor Gods blijvende, dragende zorg.
Als teken van het Avondmaal waar deze 8 jongeren nu ook aan mogen deelnemen zijn graan en druiven gebruikt.
En de blauwe doek als teken van de doop, kort of lang(er) geleden.
Christus overwon het kruis.
Daarin zien we Gods trouw en liefde
(klimop en vingerplantblad)
We mogen nu leven met de belofte van de woestijn die eenmaal zal bloeien.
(Jesaja 35)
Vingerblad; gedragen worden door God.
Rode gerbera’s; symbool van Gods liefde.
Witte gerbera’s; Gods aanwezigheid en onafhankelijkheid.
Witte bloemetjes; de gemeente die om de ambtsdragers heen staan.
Zonder Gods steun en liefde kan het werk in de gemeente niet worden gedaan.