Het oude lied "de dorre vlakte der woestijnen" vers 4 gaat over verdwaalden die bij duizenden zoeken naar een welbereide baan.
Uitgebeeld door het groene doek en de steentjes.
In het lied gaat het over "groene meien" dat zijn groene versieringen.
Zo zijn ze onderweg en mogen de kroon ontvangen.