In dit stuk zijn de twee armen van de stam uitgestoken armen naar de hemel. We bidden om groei van de gewassen en zegen op het werk van het komende seizoen. Op de stam zijn klimop en narcissen. De bloembol verbeeldt dat er vanuit het donker toch iets moois komt en de bloem verbeeldt de roep van ons mensen naar God. De klimop blijft altijd groen, want God blijft trouw aan Zijn beloften!
De jutezak verbeeldt de aarde, het mos en het groene kleed verbeelden dat de aarde in het voorjaar weer groen wordt.
Straks mogen de kinderen een zakje pitten meenemen en zaaien. De kalebassen die hier liggen zijn van vorig jaar. Bijzonder dat dat uit zo’n pitje kan groeien!
God,
van hemel en aarde
in Jezus zien wij
wat leven in verbinding
met U betekent
Uw stem
is de stem van hoop
van trouw
over grenzen heen
in het verborgene
voltrekt zich het wonder
van nieuw leven
onverwacht anders